In het naoorlogse Nederland was cultuur iets voor de elite en zingen deed je in de kerk. Dit veranderde in de jaren zestig. Muziekscholen schoten als paddenstoelen uit de grond en ook op de basisscholen werden kinderen aangemoedigd om te musiceren, al was het maar op de blokfluit.
De Delftse muziekpedagoog Pierre van Hauwe (1920-2009) ontwikkelde in de jaren zestig een muziekmethode waarmee hij kinderen op jonge leeftijd vertrouwd maakte met muziek: Spelen met muziek. Als directeur van de Stedelijke Muziekschool Delft introduceerde hij deze op alle basisscholen in Delft. Bleef de belangstelling in eigen land achter, in het buitenland werd zijn muziekmethode, die was gebaseerd op de ideeën van Carl Orff en Zoltán Kodály, bijzonder populair. Van Hauwe’s persoonlijkheid heeft daar in hoge mate aan bijgedragen.
Pierre van Hauwe was een eigenzinnige man met een missie: ieder kind heeft recht op goed muziekonderwijs. Daar moest alles voor wijken. In zijn woonplaats stond Pierre van Hauwe vooral bekend als de motor achter de massale Volkszangdagen, die hij van 1956 tot 1970 leidde en als dirigent van het Delfts Madrigaalkoor, waarmee hij internationale successen boekte.
In Bezeten van muziek. Het universum van Pierre van Hauwe probeert Trudy van der Wees het fenomeen Pierre van Hauwe te ontrafelen. Aan de hand van archiefonderzoek en interviews schetst ze een genuanceerd beeld van een reus van daadkracht, maar ook van een beschadigde man, die zijn toevlucht zocht in de muziek. Het boek is echter meer dan een beknopte biografie, het geeft een boeiend tijdsbeeld en weerspiegelt de ontwikkeling van het Nederlandse muziekonderwijs door de jaren heen. Van Gehrels, Ward en Van Hauwe tot koningin Maxima’s Kinderen maken muziek.
Uitgave Cicero Publiciteit, ISBN 9 789090 282831.
