Kees Chardon, boegbeeld van het Delftse verzet

De Delftse verzetswerker Kees Chardon (1919-1945) werd in 2004 aan de vergetelheid ontrukt door het boek Sonny Boy, van Annejet van der Zijl. De hoofdpersoon, Rika Nods-van der Lans, werkte samen met Chardon, en uiteindelijk werd hij verraden door een van haar onderduikers.

Wie was deze Kees Chardon? ‘Kees Chardon, boegbeeld van het Delftse verzet’ vertelt het levensverhaal van de man die tientallen, waarschijnlijk zelfs honderden, Joden heeft helpen onderduiken, onder wie ook veel baby’s en peuters. Een aangrijpend verhaal over verzet, verraad én vergeving.

Kees Chardon groeide op in een gereformeerd ARP-milieu. Al in hetTijdens zijn studie rechten brak de Tweede Wereldoorlog uit. Al snel raakte hij betrokken bij het verzet. Als advocaat kreeg Chardon te maken met wanhopige Joodse cliënten. Gedreven door zijn geloof en gevoel voor rechtvaardigheid besloot hij hen op alle mogelijke manieren te helpen. Het leverde hem een bijnaam op: de Jodenspecialist.

In januari 1944 werd Chardon verraden en gearresteerd. In de nasleep van zijn arrestatie werden tientallen Joden en Jodenhelpers opgepakt. In gevangenschap maakte Chardon indruk door zijn vastberaden Godsvertrouwen. In april 1945 overleed hij in concentratiekamp Wöbbelin.

Trudy van der Wees deed uitgebreid onderzoek naar het landelijke verzetsnetwerk waarbinnen Chardon opereerde. Dit levert nieuwe feiten op over verzet en verraad binnen het protestants-christelijke milieu in de Haagse regio.